De vader van Annelies is Indonesisch. Ze moest er eigenlijk weinig van hebben omdat ze niet anders wilde zijn dan anders. Totdat haar vader, die inmiddels in Indonesië woont, 100 werd. Ze bezocht hem en haar roots en kwam thuis met een liefde voor het land en haar mensen. In een 3-delige serie schrijft Annelies over de plekken die ze bezocht. In deel 1 maakten we kennis met haar vader op Java. In deel 2 schrijft Annelies over bezoek aan Malang. In deze derde en laatste deel vertelt Annelies over haar herinnering aan Bali.

Een boemboe is een fijngemalen kruidenmengsel voor Indonesische schotels die het betreffende gerecht zijn kenmerkende smaak geeft. De compacte massa bestaat uit een combinatie van kruiden, bloemknoppen en schors die vast allemaal van het Indonesische land afkomstig zijn, want een van tulpenbollen en brandnetels samengestelde boemboe zou beslist anders ruiken. Alle geuren die iedere bezoeker zich van Indonesië herinnert, zijn onmiskenbaar doortrokken van de geuren van boemboe’s.

Bali is mijn boemboe van Indonesië door de combinatie van vele verschillende culturen en geloven op een kleine oppervlakte. Gelijk het Hollandse bordje nasi met een plak ham en een gebakken eitje erop.

Dankzij de belangrijkste bron van inkomsten op Bali, het toerisme, is er een overvloed aan luxe en decadentie die voornamelijk de buitenlandse, tijdelijke bewoner ten deel valt. Je kunt daar bedenkingen tegen hebben, maar veel Balinezen zijn er blij mee en danken er hun bestaan aan. Het heeft na de bomaanslag in 2002 lang geduurd voor de toeristen weer massaal toestroomden, maar naast een gedenksteen in Kuta, is er verder weinig dat nog aan de ramp herinnert. En uit eigenbelang houdt de Balinees dat het liefst ook zo.

Nergens smelt het toerisme en ’s lands wijs ’s lands eer’ zo mooi samen als op Bali waar respect is voor elkaars levenswijze en waar die van de autochtone bevolking niet of nauwelijks lijkt te zijn aangetast. Misschien is dat mede te danken aan het hindoeïsme dat Bali en zijn bevolking een unieke, eigen beschaving en sfeer geeft.

Boemboe Bali Insert 1Bali is het enige Indonesische eiland waar de Islam amper is doorgedrongen. 90% van de Balinezen is Hindoe en dat komt overal tot uitdrukking. Er zijn tempels in elk dorp, zelfs in uithoeken waar je niets verwacht en meer dan eens per week beland je wel ergens in een van de vele processies.

De belijdenis van de Hindoegodsdienst kom je vele malen per dag tegen. Bij de tempeltjes en beelden zijn vrouwen te zien die het ritueel offeren ten uitvoer brengen. In sierlijke bewegingen en met een meditatieve rust plaatsen zij bij altaartjes de van palmbladeren gevlochten offermandjes. Bewierookt worden deze mandjes geofferd aan de voorouders, de goden, de geesten, de planten en de dieren om dankbaarheid voor het leven en het bestaan uit te drukken. Bij de wilde honden die Bali bevolken vinden de etenswaren gretig aftrek. Wat er met het geld gebeurt, is iets wat ik me nog lang afvraag.

De wilde honden van Bali zien eruit als een kruising tussen een straathond en een vos, met een grauwwitte,- bruine of zwarte kleur. Overal kom je ze tegen, bijna allemaal zonder halsband en rennend langs wegen of over het strand, zonder zichtbaar of duidelijk doel. Een aantal verzamelt zich altijd tegen het schemerdonker op het strand waar ik regelmatig op een terras voor diner en zonsondergang neerstrijk. Zonder enige terughoudendheid genieten ze voor mijn neus van hondenvoetbal, vrije seks en het opscharrelen van eten tussen de tafels. Niemand stoort zich eraan! Als ik hond zou zijn wilde ik hier ook wonen, zonder restricties en genietend van de ultieme vrijheid.

Mits ze gezond zijn, lijkt de hondenpopulatie op Bali dus een mooi leven te leiden, maar minder geluk heeft de kreupele, vaak met schurftplekken overdekte hond.  Deze wordt zelfs door zijn soortgenoot genegeerd. Ook de overheid zit met de honden in de maag vanwege het telkens terugkerend probleem van rabiës en de internationale waarschuwingen die ze daarover krijgen. In het verleden zijn er oplossingen bedacht als het massaal ruimen door vergiftiging. Dierenbeschermingsorganisaties en ook de Balinese bevolking zelf kwamen hiertegen, gelukkig, in opstand.

Om in ieder geval de overbevolking van honden tegen te gaan, is er een Australisch initiatief dat jaarlijks loslopende honden opvangt, verzorgt en steriliseert. Honden worden gevangen, krijgen een roesje, worden gesteriliseerd, opgelapt en later weer vrijgelaten.

Dat geluk niet altijd bestaat uit materiële zaken, bewijzen de mooiste souvenirs uit Bali die in mijn hoofd mee naar huis gaan. Die aan de warme wind op het strand die het zachte koeren van ergens achter mij vertoevende duiven bij mij aflevert, het geluid van een bezem die altijd wel ergens bladeren en takjes bijeen veegt, de geur en aanblik van omhoog kringelende wierook boven lieflijke vrouwenhanden. En natuurlijk ook de smaak van Balinees eten waar een heel stuk apart over geschreven zou moeten worden en vele hier niet benoemde herinneringen die zich in mijn (dag)dromen vaak aandienen. Maar het mooiste souvenir is de stralende glimlach van de Balinees, die mij bij elke gedachte aan Bali als eerste tegemoet komt.

Annelies Mansoor

_________________________________________________________________

Over Annelies Mansoor

Annelies is een ervaren tekstschrijver en heeft een eigen tekstbureau Nieuwsbriefenzo. Voor haar klanten schrijft ze o.a. nieuwsbrieven, jaarverslagen, flyers en folders.

Foto’s privé-bezit