(Top)sporters hebben de eigenschap om vol te houden; niet alleen in het spel maar ook daarbuiten. Neem bijvoorbeeld voormalig judoka Edith Bosch. Ze hield vol omdat ze alles wat ze tijdens Expeditie Robinson deed of ontbeerde, in het perspectief van het groter geheel zette: winnen. Die eigenschap hebben ook Carmen Manduapessy en Roxanne Hehakaija. Hard werken voor hun passie terwijl ze zich ondertussen inzetten voor meisjes in de sloppenwijken van Brazilië. Het groter geheel? Bijdragen aan een betere wereld voor meisjes in kansarme situaties.
Carmen Manduapessy is 22 jaar, geboren in Assen en opgegroeid in Groningen. Dochter van een Nederlandse moeder en een Molukse vader die in Westerbork geboren is. Op haar 18de wilde ze graag in Amsterdam wonen. Ze vertrok in haar eentje naar de stad waar ze nu alweer vier jaar werkt en woont. Carmen heeft over bepaalde zaken een sterke visie en dito wilskracht. Als ze iets wil, dan visualiseert ze een tunnelvisie. Alles eromheen is minder belangrijk. Wat wel belangrijk is, is de focus op wat ze wil bereiken en daarin blijven geloven.
“Mijn eerste kennismaking met voetbal was toen ik zes was en met de jongens uit de buurt op straat voetbalde. Mijn moeder was er niet zo blij mee toen ik haar vroeg of ik, net als die jongens, op voetbal mocht. Toen ze zag dat ik andere sporten helemaal niets vond, mocht ik uiteindelijk toch op voetbal. Op mijn 10de werd ik gevraagd om in een jongensteam uit een hoge klasse te voetballen. Vanaf dat moment ging het vrij snel en heb ik alle KNVB- en regioteams doorlopen. Op mijn 13de werd ik uitgenodigd om mee te doen met het Nederlandse team onder de 15. Ook daar heb ik alle teams doorlopen tot Jong Oranje. Het Nederlands elftal heb ik niet gehaald omdat ik destijds andere dingen ook leuk vond. Ik was nogal opstandig en wilde even wat anders. Achteraf vind ik dat een gemiste kans.
Toen de damescompetitie werd opgestart, werd ik door SC Heerenveen gevraagd, waar ik twee seizoenen gespeeld heb. Omdat ik graag in Amsterdam wilde wonen ben ik bij Heerenveen gestopt omdat ik de afstand te groot vond. Voordat ik uiteindelijk bij Ajax Vrouwen terechtkwam, heb ik nog bij FC Utrecht gevoetbald. Inmiddels speel ik voor het 2de seizoen bij Ajax. Ik had echt mazzel dat de coach mij wilde. Er waren enorm veel meiden die interesse hadden voor Ajax.
Naast een maandsalaris worden we bij Ajax goed in de watten gelegd; kleding, voetbalschoenen, rijbewijs. Dat is niet bij elke club zo. Naast mijn profcontract wilde ik heel graag op het kantoor van Ajax werken, in de Arena en dat is me gelukt. Mijn leven speelt zich dus voornamelijk af in Amsterdam Zuidoost.”
Roxanne is 29 jaar, groeide op in Uithoorn en woont in Amsterdam. Haar moeder komt uit Uithoorn en haar vader van Fak Fak (Papoea Nieuw Guinea.) Haar vader is haar grote inspiratie. Een introverte man die op zijn 12de, met zijn familie de reis van Papoea Nieuw Guinea naar Epe ondernam en vervolgens alleen naar Haarlem ging. Aan Roxanne’s voetbalcarrière kwam een eind toen ze haar kruisband afscheurde. Daarmee verloor ze een stukje van haar identiteit dat ze meteen weer herpakte.
“Net als Carmen voetbalde ik vroeger altijd op straat. Via mijn eerste voetbalclub werd ik op mijn 13de naar de Amsterdamse Selectie gestuurd waar Andries Jonker in die tijd trainer was. Dat vond ik super tof. Mijn familie heeft mij al die tijd gesteund. Mijn ouders kwamen naar mijn wedstrijden kijken en mijn vader was of vlagger of coach. Het is een introverte man die niet snel zal zeggen ‘ik ben trots op wie je bent en wat je doet’. Maar als ik bij familie op bezoek ben dan hoor ik dat hij trots verhalen over mij vertelt. In 2012 ben ik voor het eerst naar zijn geboorteland geweest. In Kaimana heb ik bij de club van mijn opa een training gegeven, de Kaimana Galanita’s. Dat vond ik zo bijzonder; daarom wil ik in de toekomst meisjesvoetbalprojecten op de Molukken en Papoea Nieuw Guinea doen.
Ik kwam meer met straatvoetbal in aanraking toen ik naar Amsterdam verhuisde, waar het toen erg populair was. De straatvoetballers in Amsterdam waren de pioniers op dat gebied. Overigens komen de beste straatvoetballers uit Nederland. Ik raakte met hen in contact en zo kwam ik in verschillende crews terecht waarmee ik aan verschillende toernooien meedeed, zoals the Masters of the Game. In 2010 werd ik gevraagd voor Street Legends. Een straatvoetbalteam met Edgar Davids als aanvoerder, waarmee we op plekken kwamen zoals London, Parijs, Senegal, Kenia en Ghana. We speelden in allerlei achterbuurten en sloppenwijken tegen de plaatselijke teams. Op mijn 21ste kreeg mijn leven een vervelende wending. Ik scheurde tijdens een wedstrijd mijn kruisbanden. De operatie ging niet goed, de revalidatie werd verkeerd aangepakt waardoor het nooit meer helemaal goed kwam met mijn knieën. Voor sommigen is voetbal alleen maar sport, voor mij is het mijn leven! Topsport is geweldig en tof. En toch ook beperkt en egoïstisch in bepaald opzicht. Toen ik stopte met voetbal werd mijn wereld dus ook groter. Ik heb toen vooral geleerd om blij te zijn met wat ik wel heb en mag meemaken met gezonde benen.”
Blijdschap is niet overal vanzelfsprekend
In 2003 werd Roxanne door de AVRO gevraagd om voor een TV-reportage naar Rio de Janeiro te gaan. Het enige dat ze wist, was dat de reportage over voetbal ging, verder niets. Uiteindelijk is ze een week lang in de favela’s (sloppenwijken) geweest waar ze tegen teams van andere favela’s voetbalden. Tijdens haar verblijf wist ze dat ze ooit wilde terugkeren. Dat gaat nu, 11 jaar later, ook gebeuren; met het project Favela Street Girls. Het project gaat om het empoweren van meisjes door middel van straatvoetbal. Met het project hopen ze een nieuwe generatie sterke rolmodellen in de sloppenwijken neer te zetten. Carmen is ambassadrice van het project.
Roxanne: “Wat ik heftig vond, was om van dichtbij mee te mogen maken hoe mensen in de favela’s leven. Zo kwam er een jongetje van 15 op mij af die mij vertelde dat hij mij een goede voetballer vond, terwijl hij een Kalasnikov in zijn handen hield, want hij was een soldado. Op dat moment wist ik dat ik ooit wilde terugkeren om iets te doen met voetbal in de favela’s. Door middel van sport/voetbal breng je blijdschap en hoop op een plek waar dat niet vanzelfsprekend is.
Favela Street is een project dat is opgezet door Philip Veldhuis. Hij leidt drugsbazen, die de favela’s beheren, op tot voetbalcoach.
“Philip komt uit ook de voetbalscène en heeft mij benaderd voor het project. Mijn doel is om geld in te zamelen waarmee we o.a. materiaal kunnen kopen en ter plekke meisjes kunnen coachen. In de favela’s, die door drugsbazen beheerd worden, heb je aanzien als je bijvoorbeeld de vriendin bent van een drugsbaas. Als we een soort Carmen kunnen creëren daar of als ze opgeleid kunnen worden als trainster dan wordt het aanzien in een geheel nieuw en positief daglicht gezet.”
Carmen speelt als ambassadrice van het project een belangrijke rol. In korte tijd wist zij bij Ajax lijntjes uit te gooien waardoor ze kunnen rekenen op voetbalkleding. En als er een benefiet georganiseerd wordt, zoals vorig jaar in Amsterdam, dan zorgt Carmen voor een geweldige locatie en dito entertainment.
Carmen: “Ik heb een tijd SPHSociaal Pedagogische Hulpverlening gestudeerd. Mijn passie voor voetbal was uiteindelijk groter waardoor ik met de opleiding gestopt ben. Voor mijn gevoel kan ik het sociale aspect nu met mijn passie voor voetbal combineren. Met voetbal wil ik graag laten zien hoe tof de sport is. Hoe gaaf is het om dat aan meisjes te laten zien waardoor de kans groter wordt om ze uit kansarme situaties te halen? Als je op een veld of plein staat te voetballen dan vergeet je alle sores om je heen.
Doordat ik Ajax bereid gevonden heb om mee te helpen, krijgen we veel exposure voor het project. De jongens van Ajax 1 bijvoorbeeld wilden graag meewerken aan de promofilm. Ook zij vinden het belangrijk en dat vinden we echt te gek.”
Roxanne: “In de aanloop naar het WK lopen nu meer buitenlanders de favela’s in met de melding dat zij hen wel zullen redden. Daar zitten ze echt niet op te wachten en dat is iets waar wij ons van bewust zijn. Philip steekt er veel tijd in om mij daar te introduceren en ik ben er inmiddels vijf keer geweest. Zo leren ze mij beetje bij beetje kennen voordat ik daar in maart aankom en er een paar maanden verblijf. Daar moet je als buitenstaander respectvol mee omgaan en niet met een attitude binnenwandelen. Inmiddels zijn er al een paar meiden uit de favela’s die gemotiveerd zijn om mee te doen. De drugsbazen vinden het fijn als je iets voor de wijk doet zolang je hen maar niet in de weg zit. De stichting IBISS (het project valt onder verantwoordelijkheid van stichting IBISS – red.) zorgt ervoor dat wij veilig in de wijken kunnen werken.:
Op 8 maart a.s. vertrekt Roxanne voor drie maanden naar de favela’s en hopelijk komt Carmen haar als ambassadrice snel bezoeken. Daarvoor zijn ze op dit moment druk bezig om een geldpotje te regelen.
De favela’s zijn helaas slechts enkele plekken op de wereld waar een mooie toekomst voor kinderen niet vanzelfsprekend is. Voel je je geïnspireerd door het verhaal van Roxanne en Carmen? Kijk op de FB-pagina van Favela Street Girls en wellicht dat je daar inspiratie vindt om jouw talent of passie in te zetten voor een goed doel.
Door: Angelique Loupatty, Lolita Kapel. Foto’s: Inderinho Fotografie, Kasuaris, Henk Willems, IBISS