Terwijl de rest van de familie nog in hun warme bedjes lag, liepen mijn moeder, een paar Molukse tantes en ik tussen hele andere bedden. De bedden van het witte goud.

Het was nog vroeg in de ochtend. Vochtig, koud en het land was bedekt met een witte deken van laaghangende mist. De zon kwam net op en je hoorde de geluiden van een ontwakende boerderij en de vogels die hun ochtendlied zongen. In een kleine schuur zetten vrouwen hun spullen weg en ruilden hun schoenen om voor lange rubberen regenlaarzen. Gewapend met een steekmes en een ijzeren rechthoekige bak liepen ze de grote deur door naar buiten.

Tante Ata liep voorop met een hoed alsof ze lid was van de Rode KhmerDe Rode Khmer (internationaal aangemerkt als Khmer Rouge) was de militaire tak van de Communistische Partij van Democratisch Kampuchea (nu Cambodja). Khmer is de naam van het volk dat Cambodja bewoont.. Daarachter tante Opie met een blauw geknoopte zakdoek waar twee vlechtjes onderuit piepten. Tante Omie had een vrolijke rode boerenzakdoek op haar hoofd en mijn lieve mammie had er ook zo een over haar mooie zwarte krullen.

Mijn moeder had mij voorbereid op mijn belangrijke taak voor die dag. Ik moest als een pionier voorop lopen en zodra ik een scheurtje in het zand zag, moest ik haar roepen. Dan kwam ze aangesneld met haar gele huishoudhandschoenen aan. Ze plantte twee vingers links en rechts van het scheurtje en begon dan met haar vingers voorzichtig te graven. En dan kwam het tevoorschijn. Het witte goud: de asperge. Zodra die verscheen, stak ze met een steekmes zo’n 20 cm onder de grond dwars door het zand heen en wipte de asperge uit haar bed. Aan mij de eer om het eruit te halen.

Deze operatie gebeurde met heel veel voorzichtigheid omdat deze groente veel geld opbracht. Al het witte goud werd gewogen zodat alle gestoken kilo’s aan het eind van de dag bij elkaar opgeteld konden worden. Elke vrijdag kreeg iedereen dan hun welverdiende loon in een bruine envelop.

In die tijd verdienden veel Molukse ouders wat extra’s  door te gaan werken bij een boer. Er werden kersen, blauwe en rode bessen geplukt of sla gestoken. Hard werken zat hen in het bloed. Sommige tantes deden dit werk omdat zij gewoonweg niet genoeg geld hadden om hun gezinnen te onderhouden. Anderen gingen bij de boer werken omdat zij graag hun familie op de Molukken wilden bezoeken. Door het werk bij de boeren konden mijn ouders geld sparen om op vakantie te gaan naar hun vaderland.

RantangAls een echte Molukker nam je je eigen eten mee naar de boerderij. Het eten werd warm gehouden in een rantang of thermoskan. Wanneer het etenstijd was, kreeg je een bord warme witte rijst, heerlijke sajoer toemis en een stukje ajam goreng. Na het eten nog een kopje warme thee en iedereen was weer klaar voor de volgende steekpartij.

De mist was inmiddels opgetrokken en de zon stond al hoog aan de blauwe hemel. En daar tussen de Limburgse bedden van ‘het witte goud’ hoorde je naast het loeien van de koeien de alom bekende Molukse “ahahahaeee ”!!!! É…é…mati kué!

Door: Mina Tuhumena-Thenu