Zoeken
Sluit dit zoekvak.

BLOG

Want, Ajacied is hij, Indonesisch of niet

BLOG

Want, Ajacied is hij, Indonesisch of niet

De vader van Annelies is Indonesisch. Ze moest er eigenlijk weinig van hebben omdat ze niet anders wilde zijn dan anders. Totdat haar vader, die inmiddels in Indonesië woont, 100 werd. Ze bezocht hem en haar roots en kwam thuis met een liefde voor het land en haar mensen. In een 3-delige serie schrijft Annelies over de plekken die ze bezocht. In deel 1 maken we kennis met haar vader op Java.

Indonesië stond niet op mijn wensenlijst als het om vakantie ging. Ondanks de roots van mijn vaders kant voelde ik geen enkele affiniteit met het land. Wel met de Indonesische gerechten die vroeger soms op tafel verschenen, maar was daar niet iedere Nederlandse van mijn generatie mee opgegroeid?

Als schoolgaand kind ging ik als gewone Nederlandse door het leven en voelde mij vooral niet anders vanwege mijn kleur, tenslotte was er in die klas ook een rooie, een dikke, een met kroeshaar en een met jampotglasbril, dus ik werd er niet als enige uitgepikt.

Mijn vader voer in 1938 op 24-jarige leeftijd, per schip uit Indonesië, de Amsterdamse haven binnen en veroverde niet veel later op het Rembrandtplein mijn moeder. Met als gevolg een trouwerij, een oorlog, een reeks van kinderen waarvan ik de achtste was, en het meehelpen aan de wederopbouw van Nederland in de hoedanigheid van oberkelner op Schiphol Oost. Vanaf die tijd was ook hij voor lange tijd Indonesiër af.

Hoewel niet langer dan 1.60 meter, bruin van huid en tenger van gestalte, was mijn vader vroeger vanzelfsprekend de grootste, de sterkste, de liefste en de slimste man van Nederland, en dat hij heel af en toe woorden in een andere taal sprak, negeerde ik gewoon.

Een vriendinnetje vlakbij had een vader die enigszins op de mijne leek, die echter zo sterk naar bami rook en bovendien een vrouw had met Jordanees accent dat verdere vergelijkingen tussen hem en mijn vader vermeden werden. Een band met Indonesië was er kortom niet.

Naarmate de jaren verstreken, mijn ouders scheidden en mijn vader verstrikt raakte in allerlei Indonesische relatienetwerken, zag ik hem steeds Indonesischer worden en werden mijn broers, zussen en ik vaker geconfronteerd met zijn afkomst.

De Indonesische vrouw aan wie hij opnieuw zijn hart verpandde, nam hem uiteindelijk mee. Weg van Amsterdam, terug naar Java, dichtbij zijn geboortegrond Surabaya.

Annelies Mansoor met ouders

Hoewel mijn vader zijn kinderen, de Hema, de Bijenkorf en last but not least het Waterlooplein miste (hij kwam de eerste jaren na zijn vertrek wel regelmatig terug) was het zijn leeftijd die uiteindelijk korte metten maakte met zijn heimwee en reisdrift.

Nu omringt hij zich in Malang (Indonesië) met herinneringen van hier of daar of door elkaar; in een tuin met mangoboom, met op korte afstand zijn slaapkamer waar hij steeds vaker en langer vertoeft. Omringd door zijn vrouw en buurtgenoten die op alle momenten van de dag spontaan Ibu en Pak Mansoor helpen bij de dagelijkse huishoudelijke ongemakken.

Ajax in een thuiswedstrijd via de satellietverbinding  is het dichtst bij Amsterdam dat hij nu nog komt. Want, Ajacied is hij, Indonesisch of niet.

Mijn vader werd 95, 96, 97, 98, 99 en op zijn 100ste zou het dan echt gebeuren. Immers niet meer in staat om te reizen, maar wel om zijn verjaardag groots te vieren, wilde hij zijn kinderen nu wel eens in Malang op Java ontvangen.

Nog voor dat heuglijke feit zich voordeed, brak hij door een ongelukkige val zijn rug en kwam als gevolg van het een en ander op sterven na dood te liggen, waardoor wij met een aantal familieleden spoorslags eerder afreisden. Via Jakarta en een vlucht naar Surabaya ging de reis per auto naar Malang, op 88 km afstand in 3 uur over hobbelige wegen, laverend tussen scooters, fietsen, betjaks en brommers.

Overspoeld door indrukken en een mengeling van geuren van benzine, motoren, kretek en bloemen in een zinderende hitte, waren we toch vooral bezig met hoe we mijn vader zouden aantreffen.

Het werd een emotioneel weerzien met een vader die er met een van pijn vertrokken gezicht bij lag en gekrompen leek tot minstens 1.50 cm. Zijn ogen keken star en hij sprak ons aan in het Maleis, zich amper beseffend wie we waren.

Het was de lange reis die van invloed was op onze emoties, want de volgende dag zag mijn vader er beter uit, sprak hij ook weer wat Nederlands en liet de liefdevolle verzorging van de duvel en z’n oude moer – zijn woorden – hem weer op de been krijgen. Gerustgesteld gingen we naar huis om twee maanden later terug te keren voor een heel wat feestelijker bijeenkomst.

Annelies is een ervaren tekstschrijver en heeft een eigen tekstbureau Nieuwsbriefenzo. Voor haar klanten schrijft ze o.a. nieuwsbrieven, jaarverslagen, flyers en folders.

Tekst: Annelies Mansoor
Fotografie: Privé-bezit

Deel dit artikel:

4 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *