Zoeken
Sluit dit zoekvak.

BLOG

Voor Nederland en Oranje | Deel 4: door de eeuwen trouw

BLOG

Voor Nederland en Oranje | Deel 4: door de eeuwen trouw

In de Nederlandse geschiedenis hebben veel mensen uit de Molukse, Indische en Indonesische gemeenschap hun voetsporen nagelaten. Voor Kasuaris en het Genealogisch Tijdschrift voor familiegeschiedenis schreef gastcolumnist Ron Habiboe over de dappere mannen die streden voor Nederland en Oranje. In deel 1 beschreef Ron de periode tot aan 1870, in deel 2 de Atjeh-oorlog, in deel 3 schreef hij o.a. over verzetslieden. In het vierde, en laatste, deel gaat het over trouw aan Oranje.

Postume erkenning

GC Voor Nederland en Oranje D4

Drie jaar geleden stelde de inmiddels 86-jarige Luitenant-kolonel b.d. Jacques Z. Brijl zichzelf tot doel om aan oud-militairen die bereid zijn geweest om offers te brengen voor Nederland een eervolle onderscheiding uitgereikt te krijgen. Zo kregen vorig jaar, op zijn voordracht en na bemiddeling door het ministerie van Defensie, twee Molukse KNIL-militairen postuum het Mobilisatie-Oorlogskruis uitgereikt vanwege hun verzetsactiviteiten tijdens de Tweede Wereldoorlog: de sergeanten 1e klasse Koos Pattinama en Ventje Hukom. Omdat de meer toepasselijke Verzetster Oost-Azië niet meer wordt uitgereikt, heeft het ministerie gekozen voor het meer algemene Mobilisatie-Oorlogskruis met een speciale vermelding op het bijbehorende certificaat. Voor beide militairen werd de postume onderscheiding in ontvangst genomen door een dochter. Allebei die dochters waren destijds nog erg jong, maar zij herinneren zich nog goed dat hun vader afscheid van hen nam, en dat zij verwachtten hem niet veel later weer thuis te zien komen. Achteraf bleek het een definitief afscheid te zijn geweest. Zij hebben hun vader niet meer teruggezien en kregen later te horen dat hij was geëxecuteerd door het Japanse bezettingsleger.

Door de eeuwen trouw

In zijn boek Ambon door de eeuwen uit 1977 presenteert journalist Ben van Kaam een ander beeld van Molukkers dan, zoals hij aangeeft ’de “door-de-eeuwen-trouw”-mythe zoals Nederlanders en Molukkers (tot dan toe) doen geloven’. Het betreft hier het beeld van een eeuwenlange trouw van Ambonezen aan Nederland en het vorstenhuis Van Oranje. Van Kaam nuanceert dit beeld door onder meer de zogeheten Pattimura-opstand in 1817 in herinnering te brengen, een opstand van Molukkers tegen het terugkerende Nederlandse koloniale bestuur na enkele jaren van Brits tussenbestuur in de Molukken (1796-1803 en 1810-1817). Hier was dus sprake van verzet in plaats van trouw aan Nederland. Bovendien laat Van Kaam diverse Molukkers aan het woord die tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië expliciet de kant van de Indonesische nationalisten hadden gekozen

Inmiddels is het bij een breder publiek bekend dat niet alle Molukkers in Nederlands-Indië zich altijd loyaal aan Nederland hebben betoond. Toch lijkt het te ver gaan om het beeld van de eeuwenlange Molukse trouw aan Nederland simpelweg af te doen als een mythe, zoals Van Kaam suggereert. Tijdens de Pattimura-opstand vochten er immers ook Ambonezen mee aan Nederlandse zijde.

De 2e luitenant Infanterie Matheus Thomas Pietersz uit Saparua werd  in 1818 nog speciaal onderscheiden met de Militaire Willemsorde 4e klasse voor zijn bijdrage aan het neerslaan van de opstand. Minder gelukkig waren Salomon Dias en Bartholomeus Telusa, twee Ambonese fuseliers van het Nederlandse leger in Indië die om het leven kwamen. Ze staan vermeld op de ’Staat van gekwetste en gesneuvelde burgers in 1817’, een document in het Nationaal Archief van Indonesië.

Tijdens de dekolonisatie van Indonesië waren er inderdaad Molukkers die de kant van de Indonesische nationalisten hadden gekozen. Aan de andere kant hebben Molukse militairen tot aan de soevereiniteitsoverdracht van Indonesië in belangrijke mate bijgedragen aan de vestiging, consolidatie en de verdediging van het Nederlandse gezag in de Indische archipel. Het is deze groep van voornamelijk christelijke Molukkers in Nederlands-Indië die het beeld van de Ambonese trouw aan Nederland en Oranje hebben mee bepaald. Deze band heeft eraan bijgedragen dat er in 1951 circa 3500 Molukse militairen met hun gezin naar Nederland kwamen voor een tijdelijk verblijf.

Dit artikel is tegelijkertijd volledig verschenen in Genealogisch Tijdschrift voor familiegeschiedenis, nummer 1, maart 2014, blz.48-52.
____________________________________________________________

 

Ron Habiboe studeerde geschiedenis en heeft voor diverse bladen en organisaties over geschiedenis geschreven. Al eerder heeft hij aan Kasuaris een bijdrage geleverd. Momenteel doet hij onderzoek aan de Universiteit van Leiden naar Molukse voetsporen in de Hofstad, de geschiedenis van Molukkers in Den Haag (ca.1900-2000).

Tekst: Ron Habiboe
Fotografie: Manno Sekewael, 2013

Deel dit artikel:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook: