Je hebt een Molukse vader en een Nederlandse moeder. In hoeverre ben jij verbonden met de Molukse cultuur?
“Ik woonde in Leusden en groeide op tussen Nederlandse kindjes. Het leven in een Molukse wijk ken ik dus niet. Wat ik er wel mee heb, is vooral de herinnering. Zowel mijn vaders als mijn moeders familie is groot en beide families wonen in Tilburg en Breda. We spendeerden de weekenden dan vaak bij mijn opa en oma van beide kanten. Wat ik vooral met de Molukse cultuur dan heb is de wekelijkse drukte bij opa en oma met neefjes en nichtjes, met veel eten!”
Je hebt één nummer op je eerste soloalbum dat ‘Bahasa’ heet. Welk idee zat hierachter? Geeft dit aan dat bahasa een onderdeel is van jouw leven?
“Dat was mijn eerste soloalbum en in die tijd vond ik het leuk om er iets over te vertellen. En ‘taal’, dat is wat ik doe. Ik spreek de taal zelf niet maar ik kwam op een dag de jongen tegen die dat heeft ingesproken. Hij vertelde mij dat mijn stijl van rappen, op dat moment dan, hem deed denken aan het vertellen van oude Molukse strijdverhalen. Hij vond dit erg grappig en zei dat die stijl van vertellen waarschijnlijk in me zit. Ik vond het tof dat hij dit tegen mij zei en ben wat dat betreft heel praktisch. Zoiets overkomt me dan, bevalt mij en gooi er iets over op mijn album. Buiten dat is het natuurlijk een deel van mijzelf, wat leuk is om op die manier te ventileren. Verder heb ik er wel altijd voor gekozen om in mijn raps zelf niet heel veel nadruk te leggen op mijn komaf, omdat ik uiteindelijk vind dat mijn identiteit meer vorm krijgt door mijn gedragingen dan door hoe ik geboren ben. Ik ben er wel trots op, daar niet van. Maar ik voel meer voor het idee dat elke afkomst zo zijn gewoonten en verschillen heeft en het op deze manier leuk is om te laten zien. Laat ik het zo zeggen, ik denk er niet veel over na. Ik ben gewoon wie ik ben en ben geboren in twee families. Ik weet wel dat veel karakteristieken van mij wel te herleiden zijn naar een groot deel van mijn familie van de Molukse kant.”
“Van nature ben ik heel warrig, maar ik ben dusdanig neurotisch opgevoed dat ik voor alles systemen heb, haha!”
Kun je daar een voorbeeld van geven?
“Ik kan best koppig zijn, maar ik denk wel op een positieve manier. Trots. Maar ook dat probeer ik te zijn op een positieve manier. Dus niet blind trots zijn, maar trots zijn op dat wat ik ben. En familie vind ik erg belangrijk. Vooral mijn vader en moeder. Mijn eigen huis, hoe ik ermee omga. Bij mij thuis is iedereen ook altijd welkom, hetzelfde geldt voor eten. Ik heb zoiets van, mijn laatste tientje is iedereens tientje! En dat valt denk ik wel die Molukse kant op te herleiden. Er zijn ook wel iets minder positieve dingen, waarvan ik weet dat ik dat van mijn vader heb. We zijn bijvoorbeeld niet perse agressief, kan mijzelf wel snel aangevallen voelen. Ik moet zeggen dat dat wel met de jaren minder wordt en ik dat meer onder controle heb.”
Je noemt wat ‘typisch Molukse’ eigenschappen op. Van welke eigenschappen van jezelf kan je zeggen dat je die van je moeder hebt?
“Dat vind ik moeilijk om te zeggen. Ik weet niet of iets perse Nederlands of Moluks is. Maar wat ik van mijn moeder heb, is een bepaalde soort handelsgeest. Ik denk dat als mijn moeder in deze tijd geboren was, zij een hele succesvolle zakenvrouw zou zijn geweest. Maar ze is geboren in een andere tijd en toen was dat nog niet het meest logische om te ambiëren als vrouw. En dan gaat het niet alleen om geld, maar vooral om het plezier hebben wanneer je dingen voor elkaar wil krijgen. Dat eerder iets leuks is om te doen dan dat iets vervelend is om te doen. Ook is mijn moeder heel georganiseerd en dat ben ik ook wel. Van nature ben ik heel warrig, maar ik ben dusdanig neurotisch opgevoed dat ik voor alles systemen heb, haha! Daardoor ben ik met alles heel goed op orde en is dat zeker een doorslaggevende factor geweest in wat ik tot nu toe heb weten te bereiken.”
‘Superster’ is met name voor je vader geschreven. Een nummer waarin je tegen hem praat over jouw eigen keuzes. Heeft hij je soms belemmerd hierin?
“Nee, belemmeren helemaal niet. Mijn ouders waren altijd heel aanmoedigend geweest en hadden er vertrouwen in dat ik wel goed wist wat ik wilde. Maar dat neemt natuurlijk niet weg dat het soms moeilijk te begrijpen was voor mijn vader. Ik heb bijvoorbeeld op het VWO gezeten. Rond klas vijf ontdekte ik rap en hiphop en daardoor raakte ik afgeleid en kapte ik ermee. Dat was een periode waarin ik alle vertrouwen had in mezelf dat ik dacht dat ik alles prima ging klaarspelen. Maar vooral mijn vader had toch zoiets van.. ‘zou je wel..’ , of ‘ is het niet slim om misschien iets anders te doen?’ Niet met de bedoeling dat wat ik toen deed verkeerd was of dit niet kon, maar hij vroeg zich af of ik er wel echt goed over nadacht. Daar hebben we één keer onenigheid over gehad en dat heb ik ervaren als een belediging. Niet lang daarna heb ik dat liedje geschreven. Uiteindelijk kan ik me best voorstellen dat het ineens spannend is als je bedenkt dat je kind wel in de wieg is gelegd voor een hogeschool of universitaire opleiding. Best gek als hij dan ineens zegt ‘Ik ga rappen’.”
Waar haal jij jouw meeste inspiratie uit voor je raps?
“Mezelf. Wat ik vind van de dingen, hoe ik dingen ervaar. Als je put uit jezelf, dan hou je altijd iets unieks over. Niemand denkt namelijk exact wat jij denkt. En ik denk dat als je dat goed kan verwoorden, wat oefening vergt, het steeds boeiender wordt om naar te luisteren. Ik heb bijvoorbeeld ook mensen waar ik het compleet oneens mee ben, met hun mening of ideologie. Maar die ik wel interessante sprekers vind.”
Nu word ik nieuwsgierig. Kan je een voorbeeld hiervan geven?
“Nou, Geert Wilders bijvoorbeeld. Dat vind ik een vreselijke vent. Maar als hij iets te zeggen heeft, dan vind ik dat wel interessant en ben ik wel benieuwd. Ik beschouw hem in die zin als een tegenstander in wat ik vind. Dus als hij iets uiteenzet op een slimme manier dan bedenk ik voor mezelf een manier om ook iets goed uiteen te zetten, zodat de mensen die het horen goed begrijpen wat het tegenovergestelde dan is. Wat dat betreft is het veel interessanter om iemand te horen spreken die niet vindt wat jij precies vindt. Dat is voor mij dan de uitdaging en daarnaast vind ik dat er gewoon ook evenwicht moet zijn in alles.”
Jouw eerste soloalbum en label heet Noah’s Ark. Het is een bijzondere, Bijbelse naam. Hoe ben je hierop gekomen?
“In die tijd was ik met mijn eerste vriendinnetje. We hadden het wel eens over dat moment dat je samen kinderen krijgt en hoe je deze dan gaat noemen. We bedachten toen een aantal namen en zij was enigszins religieus. Zelf ben ik niet perse religieus opgevoed maar zo nu en dan ging ik wel eens naar de kerk. Mijn vader vertelde ook wel eens wat over de Bijbel en ik vond zulke verhalen erg tof, omdat ze een bepaald soort epische en mythische karakter dragen. De namen die er dan in voorkomen vind ik ook altijd erg mooi omdat ze bij het uitspreken al een bepaalde lading met zich meebrengen. Het werd toen Noah omdat ik het leuk vond om een album te maken dat een naam draagt van iemand die nog moet komen. En de ark. Dat was mijn eigen megalomane idee van mijn gevoel voor hiphop in Nederland en wat mijn bijdrage daaraan was. Een soort metafoor voor ‘Ik breng een boot mee voor iedereen die niet om wil komen in de neppe hiphop!’”
Wat zijn je verdere dromen en doelen voor de toekomst?
“Ik weet het niet precies. Wel vind ik alles gewoon supervet. Tot nu toe is het altijd zo geweest dat het volgende wat ik doe weer een stap omhoog is. Ik wil mijn soloalbum beter maken en mijn label verder uitbouwen. Voor Great Minds hebben we een record bereikt voor de hoogst genoteerde hiphop album in de geschiedenis van Nederland. En zijn we genomineerd voor een Edison Award. Dat zijn dingen die ik nooit eerder heb meegemaakt. Het zijn natuurlijk maar prijsjes maar het is tof als je weet van jezelf dat je al die tijd bij je principes bent gebleven. Ik wil gewoon graag wat achterlaten.”