Het heelal.
Uit de bundel: “Begitu Sadja/ Zomaar”
Het is donderdagavond en het is rond zevenen. Ik heb net gegeten en het eten moet even zakken. Een Hollands hapje leek het vanavond. Gebakken aardappels, hamburgers, rookworst met jus en Chinese sperzieboontjes, zeer fijn staat er op het blik. Ik ben een sausjesman, dat betekent voor mij dat naast jus ook nog de tomatenketchup en slasaus bij komen. Ik kan er dan van smullen en doe er dan graag nog meer bij. Mijn vrouw kent mijn gewoonten en die spreekt zich daar niet meer over uit. Ze is het al gewend maar eigenlijk vindt ze het teveel van het goede. Het is mijn voorgevel waar ze zich zorgen over maakt. Het is wat opgezet en het hangt erbij alsof ik al maanden zwanger ben.
Vandaag nader ik de deadline voor deze column. Het concept was er al maar bij mijn schrijven is iets nooit af en begint soms het hele proces opnieuw zonder de bestaande tekst tekort te doen. Ik heb een passie voor gedichten schrijven, wat in de jaren zeventig is begonnen. De aanleiding ervan weet ik niet meer maar ik begon te schrijven over van alles wat bij mij opkwam en ik bleef schrijven. Ik had het op een gegeven moment zodanig georganiseerd dat er naast het bed een kladblok en paar pennen lagen. Toen waren er nog geen laptops, Ipads of tablets. Het kladblok was er een zonder lijnen en gaf mij alle ruimte om te schrijven. Ik kon de grootte van de letters zelf bepalen. Twee pennen waren nodig om het schrijfproces op gang te houden. Mocht een pen het begeven dan kan de andere het werk feilloos overnemen. Wanneer ik eenmaal begin met schrijven dan kan ik bijna niet meer stoppen. Het gedicht, hoe klein of hoe groot zou op dat moment qua concept geschreven moeten worden. Vaak duurt het langer dan aanvankelijk de bedoeling was. Het uiteindelijke gedicht zal dan nog even op zich laten wachten.
Ik ben nu vele jaren verder, ik schrijf nog steeds gedichten maar niet meer in het kladblok en het schrijven gebeurt niet meer met pennen. Zij zijn vervangen door de toetsen op het bord. De monitor is het kladblok geworden. Het gaat er nu veel rustiger aan toe. Ik schrijf en maak een ontwerp. Ik neem de tijd, veel meer dan voorheen, en sla het dan op de computer zonder er een tijdje naar om te kijken. Ik doe de computer aan, zoek het gedicht op en kijk er met vreemde ogen naar, zonder af te keuren of af te wijzen. Een glimlach volgt: heb ik dat geschreven? Zo mooi en toch kort. Meestal is het niets en vraag ik me af hoe ik dit heb kunnen schrijven en waarom ik dit heb geschreven. Maar de passie om te schrijven blijft. Soms heftiger dan ooit. In bijna veertig jaar lijkt er weinig te zijn veranderd.
Een tijdje terug had ik tegen mezelf gezegd dat het tijd was om met een nieuw bundel te komen. Ik heb er vier op mijn naam staan. Een nieuw bundel zit er nu aan te komen en een volgende is in de maak. Deze schrijf ik met een Molukse dichter uit de Molukken.
Gedichten schrijven, ze zorgen dat ik mezelf blijf en mijn verhaal kan doen. Ik kan terugblikken in het verleden en toch het heden ontmoeten. Ze zorgen ervoor dat ik perspectieven creëer en zeggen iets over het zelfbewustzijn van mijn etnische en culturele wortels. Inmiddels kijk ik uit naar morgen, naar dat bordje rijst met sajoer lodeh en daging smoer! Een beetje sambal erbij kan natuurlijk geen kwaad.
Achter de horizon ver voor mij
schuilt hetgeen ik isoleer in stilte.
De rust die ik bewaar geen geheim,
geen waarheid waartegen ik me verdedig.
De horizon getuige van het oude verleden
en de nabije toekomst,
haast verdacht zoals hij daar ligt
in dat lichte duister, stil verlegen.
De horizon met zijn onvoorstelbare.
Onvoorstelbaar als de rust en stilte
die plotseling verstoord worden als de
verlegenheid die haar vertrouwen terugkrijgt.
Het heelal.
Uit de bundel: “Begitu Sadja/ Zomaar”
Het is donderdagavond en het is rond zevenen. Ik heb net gegeten en het eten moet even zakken. Een Hollands hapje leek het vanavond. Gebakken aardappels, hamburgers, rookworst met jus en Chinese sperzieboontjes, zeer fijn staat er op het blik. Ik ben een sausjesman, dat betekent voor mij dat naast jus ook nog de tomatenketchup en slasaus bij komen. Ik kan er dan van smullen en doe er dan graag nog meer bij. Mijn vrouw kent mijn gewoonten en die spreekt zich daar niet meer over uit. Ze is het al gewend maar eigenlijk vindt ze het teveel van het goede. Het is mijn voorgevel waar ze zich zorgen over maakt. Het is wat opgezet en het hangt erbij alsof ik al maanden zwanger ben.
Vandaag nader ik de deadline voor deze column. Het concept was er al maar bij mijn schrijven is iets nooit af en begint soms het hele proces opnieuw zonder de bestaande tekst tekort te doen. Ik heb een passie voor gedichten schrijven, wat in de jaren zeventig is begonnen. De aanleiding ervan weet ik niet meer maar ik begon te schrijven over van alles wat bij mij opkwam en ik bleef schrijven. Ik had het op een gegeven moment zodanig georganiseerd dat er naast het bed een kladblok en paar pennen lagen. Toen waren er nog geen laptops, Ipads of tablets. Het kladblok was er een zonder lijnen en gaf mij alle ruimte om te schrijven. Ik kon de grootte van de letters zelf bepalen. Twee pennen waren nodig om het schrijfproces op gang te houden. Mocht een pen het begeven dan kan de andere het werk feilloos overnemen. Wanneer ik eenmaal begin met schrijven dan kan ik bijna niet meer stoppen. Het gedicht, hoe klein of hoe groot zou op dat moment qua concept geschreven moeten worden. Vaak duurt het langer dan aanvankelijk de bedoeling was. Het uiteindelijke gedicht zal dan nog even op zich laten wachten.
Ik ben nu vele jaren verder, ik schrijf nog steeds gedichten maar niet meer in het kladblok en het schrijven gebeurt niet meer met pennen. Zij zijn vervangen door de toetsen op het bord. De monitor is het kladblok geworden. Het gaat er nu veel rustiger aan toe. Ik schrijf en maak een ontwerp. Ik neem de tijd, veel meer dan voorheen, en sla het dan op de computer zonder er een tijdje naar om te kijken. Ik doe de computer aan, zoek het gedicht op en kijk er met vreemde ogen naar, zonder af te keuren of af te wijzen. Een glimlach volgt: heb ik dat geschreven? Zo mooi en toch kort. Meestal is het niets en vraag ik me af hoe ik dit heb kunnen schrijven en waarom ik dit heb geschreven. Maar de passie om te schrijven blijft. Soms heftiger dan ooit. In bijna veertig jaar lijkt er weinig te zijn veranderd.
Een tijdje terug had ik tegen mezelf gezegd dat het tijd was om met een nieuw bundel te komen. Ik heb er vier op mijn naam staan. Een nieuw bundel zit er nu aan te komen en een volgende is in de maak. Deze schrijf ik met een Molukse dichter uit de Molukken.
Gedichten schrijven, ze zorgen dat ik mezelf blijf en mijn verhaal kan doen. Ik kan terugblikken in het verleden en toch het heden ontmoeten. Ze zorgen ervoor dat ik perspectieven creëer en zeggen iets over het zelfbewustzijn van mijn etnische en culturele wortels. Inmiddels kijk ik uit naar morgen, naar dat bordje rijst met sajoer lodeh en daging smoer! Een beetje sambal erbij kan natuurlijk geen kwaad.
HORIZON
Achter de horizon ver voor mij
schuilt hetgeen ik isoleer in stilte.
De rust die ik bewaar geen geheim,
geen waarheid waartegen ik me verdedig.
De horizon getuige van het oude verleden
en de nabije toekomst,
haast verdacht zoals hij daar ligt
in dat lichte duister, stil verlegen.
De horizon met zijn onvoorstelbare.
Onvoorstelbaar als de rust en stilte
die plotseling verstoord worden als de
verlegenheid die haar vertrouwen terugkrijgt.
Het heelal.
Uit de bundel: “Begitu Sadja/ Zomaar”
Het is donderdagavond en het is rond zevenen. Ik heb net gegeten en het eten moet even zakken. Een Hollands hapje leek het vanavond. Gebakken aardappels, hamburgers, rookworst met jus en Chinese sperzieboontjes, zeer fijn staat er op het blik. Ik ben een sausjesman, dat betekent voor mij dat naast jus ook nog de tomatenketchup en slasaus bij komen. Ik kan er dan van smullen en doe er dan graag nog meer bij. Mijn vrouw kent mijn gewoonten en die spreekt zich daar niet meer over uit. Ze is het al gewend maar eigenlijk vindt ze het teveel van het goede. Het is mijn voorgevel waar ze zich zorgen over maakt. Het is wat opgezet en het hangt erbij alsof ik al maanden zwanger ben.
Vandaag nader ik de deadline voor deze column. Het concept was er al maar bij mijn schrijven is iets nooit af en begint soms het hele proces opnieuw zonder de bestaande tekst tekort te doen. Ik heb een passie voor gedichten schrijven, wat in de jaren zeventig is begonnen. De aanleiding ervan weet ik niet meer maar ik begon te schrijven over van alles wat bij mij opkwam en ik bleef schrijven. Ik had het op een gegeven moment zodanig georganiseerd dat er naast het bed een kladblok en paar pennen lagen. Toen waren er nog geen laptops, Ipads of tablets. Het kladblok was er een zonder lijnen en gaf mij alle ruimte om te schrijven. Ik kon de grootte van de letters zelf bepalen. Twee pennen waren nodig om het schrijfproces op gang te houden. Mocht een pen het begeven dan kan de andere het werk feilloos overnemen. Wanneer ik eenmaal begin met schrijven dan kan ik bijna niet meer stoppen. Het gedicht, hoe klein of hoe groot zou op dat moment qua concept geschreven moeten worden. Vaak duurt het langer dan aanvankelijk de bedoeling was. Het uiteindelijke gedicht zal dan nog even op zich laten wachten.
Ik ben nu vele jaren verder, ik schrijf nog steeds gedichten maar niet meer in het kladblok en het schrijven gebeurt niet meer met pennen. Zij zijn vervangen door de toetsen op het bord. De monitor is het kladblok geworden. Het gaat er nu veel rustiger aan toe. Ik schrijf en maak een ontwerp. Ik neem de tijd, veel meer dan voorheen, en sla het dan op de computer zonder er een tijdje naar om te kijken. Ik doe de computer aan, zoek het gedicht op en kijk er met vreemde ogen naar, zonder af te keuren of af te wijzen. Een glimlach volgt: heb ik dat geschreven? Zo mooi en toch kort. Meestal is het niets en vraag ik me af hoe ik dit heb kunnen schrijven en waarom ik dit heb geschreven. Maar de passie om te schrijven blijft. Soms heftiger dan ooit. In bijna veertig jaar lijkt er weinig te zijn veranderd.
Een tijdje terug had ik tegen mezelf gezegd dat het tijd was om met een nieuw bundel te komen. Ik heb er vier op mijn naam staan. Een nieuw bundel zit er nu aan te komen en een volgende is in de maak. Deze schrijf ik met een Molukse dichter uit de Molukken.
Gedichten schrijven, ze zorgen dat ik mezelf blijf en mijn verhaal kan doen. Ik kan terugblikken in het verleden en toch het heden ontmoeten. Ze zorgen ervoor dat ik perspectieven creëer en zeggen iets over het zelfbewustzijn van mijn etnische en culturele wortels. Inmiddels kijk ik uit naar morgen, naar dat bordje rijst met sajoer lodeh en daging smoer! Een beetje sambal erbij kan natuurlijk geen kwaad.
HORIZON
Achter de horizon ver voor mij
schuilt hetgeen ik isoleer in stilte.
De rust die ik bewaar geen geheim,
geen waarheid waartegen ik me verdedig.
De horizon getuige van het oude verleden
en de nabije toekomst,
haast verdacht zoals hij daar ligt
in dat lichte duister, stil verlegen.
De horizon met zijn onvoorstelbare.
Onvoorstelbaar als de rust en stilte
die plotseling verstoord worden als de
verlegenheid die haar vertrouwen terugkrijgt.
Het heelal.
Uit de bundel: “Begitu Sadja/ Zomaar”
Het is donderdagavond en het is rond zevenen. Ik heb net gegeten en het eten moet even zakken. Een Hollands hapje leek het vanavond. Gebakken aardappels, hamburgers, rookworst met jus en Chinese sperzieboontjes, zeer fijn staat er op het blik. Ik ben een sausjesman, dat betekent voor mij dat naast jus ook nog de tomatenketchup en slasaus bij komen. Ik kan er dan van smullen en doe er dan graag nog meer bij. Mijn vrouw kent mijn gewoonten en die spreekt zich daar niet meer over uit. Ze is het al gewend maar eigenlijk vindt ze het teveel van het goede. Het is mijn voorgevel waar ze zich zorgen over maakt. Het is wat opgezet en het hangt erbij alsof ik al maanden zwanger ben.
Vandaag nader ik de deadline voor deze column. Het concept was er al maar bij mijn schrijven is iets nooit af en begint soms het hele proces opnieuw zonder de bestaande tekst tekort te doen. Ik heb een passie voor gedichten schrijven, wat in de jaren zeventig is begonnen. De aanleiding ervan weet ik niet meer maar ik begon te schrijven over van alles wat bij mij opkwam en ik bleef schrijven. Ik had het op een gegeven moment zodanig georganiseerd dat er naast het bed een kladblok en paar pennen lagen. Toen waren er nog geen laptops, Ipads of tablets. Het kladblok was er een zonder lijnen en gaf mij alle ruimte om te schrijven. Ik kon de grootte van de letters zelf bepalen. Twee pennen waren nodig om het schrijfproces op gang te houden. Mocht een pen het begeven dan kan de andere het werk feilloos overnemen. Wanneer ik eenmaal begin met schrijven dan kan ik bijna niet meer stoppen. Het gedicht, hoe klein of hoe groot zou op dat moment qua concept geschreven moeten worden. Vaak duurt het langer dan aanvankelijk de bedoeling was. Het uiteindelijke gedicht zal dan nog even op zich laten wachten.
Ik ben nu vele jaren verder, ik schrijf nog steeds gedichten maar niet meer in het kladblok en het schrijven gebeurt niet meer met pennen. Zij zijn vervangen door de toetsen op het bord. De monitor is het kladblok geworden. Het gaat er nu veel rustiger aan toe. Ik schrijf en maak een ontwerp. Ik neem de tijd, veel meer dan voorheen, en sla het dan op de computer zonder er een tijdje naar om te kijken. Ik doe de computer aan, zoek het gedicht op en kijk er met vreemde ogen naar, zonder af te keuren of af te wijzen. Een glimlach volgt: heb ik dat geschreven? Zo mooi en toch kort. Meestal is het niets en vraag ik me af hoe ik dit heb kunnen schrijven en waarom ik dit heb geschreven. Maar de passie om te schrijven blijft. Soms heftiger dan ooit. In bijna veertig jaar lijkt er weinig te zijn veranderd.
Een tijdje terug had ik tegen mezelf gezegd dat het tijd was om met een nieuw bundel te komen. Ik heb er vier op mijn naam staan. Een nieuw bundel zit er nu aan te komen en een volgende is in de maak. Deze schrijf ik met een Molukse dichter uit de Molukken.
Gedichten schrijven, ze zorgen dat ik mezelf blijf en mijn verhaal kan doen. Ik kan terugblikken in het verleden en toch het heden ontmoeten. Ze zorgen ervoor dat ik perspectieven creëer en zeggen iets over het zelfbewustzijn van mijn etnische en culturele wortels. Inmiddels kijk ik uit naar morgen, naar dat bordje rijst met sajoer lodeh en daging smoer! Een beetje sambal erbij kan natuurlijk geen kwaad.