Het was destijds de bedoeling om de voorstelling ook op Ambon te spelen en hoewel alles aanvankelijk in kannen en kruiken leek, kregen we op het laatste moment geen toestemming van de Indonesische overheid voor de tournee. De geplande reis maakten we desondanks toch. Het werd een onvergetelijke ervaring, niet in de laatste plaats omdat mijn eigen moeder, ook geboren op Ambon, kort daarvoor de diagnose Alzheimer kreeg. Tijdens het schrijven aan ‘Zeven Bergen van Verlangen’ was ik me er niet zo bewust van dat het verhaal van Junus en zijn moeder zoveel paralellen vertoonde met mijn eigen leven. Maar op Ambon ontdekte ik dat de geboorteplaats van mijn moeder niet ver was van die van de moeder van Junus. Uiteraard benutte ik de kans om, in Junus’ kielzog, de berg Soya te beklimmen op zoek naar de bron. Die bleek inderdaad opgedroogd en hoewel de magische ontmoetingen die Junus beleefde aan mij voorbij gingen, wist ik dat mij niets anders restte dan een flesje water te kopen en mijn moeder te vertellen dat het water uit haar geboortedorp was.
Haar dood liet nog jaren op zich wachten. Mijn arme moedertje bleef weinig bespaart: alle stadia van die vreselijke ziekte moest ze doorlopen, met al het bijbehorende verdriet en de pijn van steeds verder verdwijnen. Ik beloofde haar nooit in de steek te laten en nam, vooral gesteund door mijn zus, een belangrijk deel van de zorg voor haar op me. De eerste jaren bezocht ik haar vrijwel dagelijks, at met haar, waste en verschoonde haar en hield haar zo dichtbij. Het was niet altijd gemakkelijk om de zorg te combineren met mijn eigen leven, maar toch voelde het nooit als een opgave. Het was niet vanzelfsprekend maar het voelde nooit als een verplichting. Het was een keuze waar ik nooit spijt van heb gekregen, ondanks het feit dat onze goede zorgen haar leven en daarmee haar lijden wellicht verlengden. Door voor mijn moeder te blijven zorgen hield ik haar tegen de verdrukking van die slopende ziekte in bij me, waar ik haar anders al jaren voor haar dood verloren zou hebben. Toen ze uiteindelijk in onze armen overleed, overheerste een gevoel van dankbaarheid: dat het gelukt was om mijn belofte te houden en haar niet, nooit, tot aan haar einde, echt alleen heb gelaten.
Van mijn moeder leerde ik het belang van het verleden voor het leven van nu. Haar verhalen over vroeger, over haar leven in Nederlands Indië maakten mij nieuwsgierig. Toen ik in 1997 met Theatergroep Delta voor het eerst zelf voet op Ambonese bodem zette, ontroerde mij dat zeer. Best vreemd, want hoewel mijn moeder op Ambon werd geboren, verhuisde haar gezin al vrij kort daarna naar Java. Maar die verbondenheid met de Molukken is door mijn moeder kennelijk naadloos aan mij doorgegeven.
Dit jaar herijkte ik die wortels toen ik voor Delta Dua de tekst voor de nieuwe muziektheaterproductie ‘Kruit!’ schreef, over de Pattimura-opstand in 1817.
Hoewel deze tragedie in de Molukken jaarlijks wordt herdacht en gevierd, kennen veel Nederlanders deze eigen geschiedenis niet. Jammer, want het is zo belangrijk om te weten waar je vandaan komt. Door het verleden te bekijken met de kennis van nu, ontdek je een samenhang met het heden die je kan helpen de wereld een beetje beter te begrijpen.
In plaats van de geschiedenis te benaderen als voltooid verleden tijd, zochten we naar lijnen met het nu. In de voorstelling zegt de Molukse volksheld Pattimura: “Ook vandaag nog wordt iemand, ergens, onthoofd. En wij kijken. We kijken gewoon toe. O, we gruwelen van zoveel geweld. We veroordelen het. Natuurlijk. Maar wie stelt zichzelf de vraag: ‘Zou ik dat kunnen? Terwijl het antwoord duidelijk is. Duidelijk en altijd: ja! Iedereen is tot alles in staat.”
Cast en crew van Delta Dua hebben een geweldige prestatie geleverd bij het tot leven brengen van mijn stuk op het toneel. Op hun website vind u de speellijst.