Het is 14 oktober 2008, iets voor lunchtijd. Een uur geleden ben ik voor het eerst vader geworden. Mijn zoontje ligt in een kraamwieg naast me. We zijn alleen en ik ervaar het ultieme ouder-kind-geluk.
Mijn vrouw kan dat moment nog niet met ons delen. Zij ligt beneden bij te komen van de keizersnede-operatie. De zuster is zo vriendelijk om voor de kersverse papa een lunch te regelen. Patat met een schnitzel. De eerste patat is amper binnen, en de schnitzel aangesneden als een ander zuster binnenkomt. Ze zet een emmer op tafel naast mijn dienblad. Het lijkt op een mayonaise-emmer. Maar er zit geen mayonaise in. Het is de placenta. De eetlust verdwijnt als sneeuw voor de zon. Het is einde maaltijd, hoe lekker die patat en schnitzel er ook bij liggen.
Dat emmertje was de wens van mijn schoonmoeder. Zij heeft wortels in Nederlands-Indië, en wilde – naar goed Indisch gebruik – de placenta in de achtertuin begraven. Dat heeft ze gedaan, met emmer en al. Daarboven groeit en bloeit nu al 6 jaar een mooie magnolia.
De placenta is iets bijzonders. Het is de verbinding tussen moeder en kind, en voedt 9 maanden lang de foetus. Het staat symbool voor vruchtbaarheid en voorspoed voor de pasgeborene. Maar daar had ik geen boodschap aan toen dat naast mijn schnitzel stond. Misschien ben ik iets te verwesterd. In westerse ziekenhuizen hechten ze niet zo aan tradities en bijgeloof. Daar wordt de nageboorte standaard als afvalproduct bij het vuil gezet.
Indra Pinxter deed onderzoek naar de wijze waarop verschillende culturen omgaan met de placenta en navelstreng. In niet-westerse culturen wordt de placenta met veel respect gekoesterd en geëerd. Daar geloven ze in de magische krachten en voedzaamheid. De placenta is rijk aan stamcellen en geschikt als geneesmiddel tegen sproeten, tumoren en wratten, geboortevlekken, littekens, epilepsie, kou en tepelkloven.
Ik zie mezelf niet insmeren met bloedkorsten. Ik heb zelfs nog nooit een placenta gezien. Mijn vrouw wel. Na de geboorte van onze dochter eind 2011. Ze vond het mooi om dat ’zakje’ met al die bloedvaten te zien, waar ze ons kind maandenlang heeft gekoesterd. Ook toen had mijn schoonmoeder de placenta nabesteld voor in de tuin. Dit keer kreeg ik gelukkig geen lunch.
Er zijn ook landen waar ze de placenta eten of drinken (placentophagie). Het zou voedzaam zijn, beschermen tegen postnatale depressie, het baringsproces bevorderen. Stiekem verdenk ik de zuster die het emmertje naast mijn bord zette ervan een placentophagist te zijn, maar dat is natuurlijk niet te bewijzen. Het eten van de nageboorte blijft een vorm van kannibalisme.
Doe mij maar ritueel begraven. Dat gebeurt soms gewikkeld in papier of doeken, of in cilindervormige houten doosjes met een vulpen en inkt (jongen) of naald en draad (meisje). In Korea zijn begraafplaatsen voor placenta’s. In Oekraïne wordt de moederkoek in stukjes gesneden, conform het aantal nog gewenste kinderen. En op de Filipijnen begraven ze de placenta samen met boeken, in de hoop op een intelligent kind.
Voor mij gaat niets boven begraven onder een boom. De placenta als ’levensboom’, waarbij de vertakte bloedvaten lijken op de takken van een boom. Op de eilanden bij Timor hangen ze de placenta hoog in een palm- of kokosboom. In Kroatië geloven ze dat een placenta onder een rozenstruik, het kind rode wangen geeft. Ik hou vast aan het geloof van Saparua, het eiland van mijn grootouders. Daar ’planten’ ze de placenta en navelstreng (pusat) op het erf bij het ouderlijk huis, dichtbij de keuken. Het erf staat symbool voor de uitvalsbasis van de pasgeborene, de keuken voor voeding en de navelstreng voor de bloedband. Men verwacht dat een volwassen kind ooit terugkeert naar het ouderlijk huis om de ouders te voeding en zorg te voorzien. Hoewel ik mezelf niet zo snel zie gaan wonen in het huis van mijn schoonouders, wil ik ze op hun oude dag natuurlijk best verzorgen.
Ik kan me niet herinneren dat mijn ouders de placenta hebben meegenomen van hun drie kinderen. Het enige wat wij ooit in de tuin begraven hebben, is ons dode konijn.
Eigenlijk zou iedereen de placenta moeten eren. Als een ode aan het leven. Ik hoop natuurlijk dat mijn twee kinderen een vruchtbaar en gelukkig leven gaan leiden. Dat zit wel goed met een magnolia, een van de mooist bloeiende bomen. En mochten zij ooit kinderen krijgen, dan vermoed ik dat mijn vrouw gaat vragen om een emmertje.
Doe mij dan één lol, schat. Wacht even tot ik klaar ben met eten.
Eén reactie
Toevallig is die bij mijn geboorte ook begraven in de tuin, en ja ik ben ook terug gekeerd naar het ouderlijk huis, om er te wonen. En geen exotische cultuur, gewoon Drents/Fries.