Haar 8 1/2 minuut durende film Indië op een bord laat een liefdevol gesprek zien tussen Amber en haar 93-jarige oma die in Semarang werd geboren. Terwijl ze samen Indische pasteitjes maken, vertelt oma meer over het land van haar herkomst, het land dat niet meer bestaat: Nederlands-Indië.
Heb je vóór deze film vaker met je oma gesproken over haar afkomst?
“Heel vaak zelfs. Ze heeft heel veel bijzondere verhalen maar voor de film heb ik veel geconcentreerder gekeken naar wat ik wilde vertellen. We hebben gesproken over Nederlands-Indië voor de oorlog, over het feit dat ik nu op zoek ben naar mijn roots en of ze daar tips voor heeft. Dat ik daarnaar op zoek ben, vindt ze heel logisch. “Het zit in je en je komt er ook niet van af.”, zegt ze.
Wat vind jij het belang van het ontdekken van je voetsporen?
“Ik vind het belangrijk om te weten wat je roots zijn en van sommige dingen, bijvoorbeeld van mijn persoonlijkheid, ben ik ook nieuwsgierig naar waar het vandaan komt. Er zijn zaken die ik inmiddels wel kan verklaren zoals het feit dat ik temperamentvol ben. “Dat is niet zo gek”, zei oma “want we stammen af van de Dayaks”. Wanneer je begrijpt waar je vandaan komt, weet je ook beter wie je bent.
Mijn oma is eind jaren ’50 naar Nederland gekomen. Dat was best moeilijk maar tegelijkertijd zag ze waar ze al die jaren in Indië op school over geleerd had. Nederlanders leerden op hun beurt niets over Nederlands-Indië op school en dat vond mijn oma best jammer. Volgens mij werd ook daardoor op Indische mensen neergekeken. Door het gebrek aan informatie.
De droom van mijn oma was schrijfster worden. Dat is ze uiteindelijk niet geworden maar ze heeft altijd wel wat met haar droom gedaan. Ze schreef bijvoorbeeld veel gedichten waar we samen een bundel van hebben gemaakt. Ze heeft ook een verhaal geschreven over haar jeugd tot aan de tijd dat ze in Nederland aankwam. Nu is ze bezig om de periode vanaf haar aankomst in Nederland tot nu te beschrijven.
Als filmmaker wil je vaak iets los maken, wat is dat?
In mijn film Indië op een bord heb ik in korte tijd best goed kunnen aanstippen hoe dat nu zit met Nederlands-Indië. Hopelijk wekt het bij de mensen, die straks komen kijken, interesse op om er meer van te willen weten. Ik wil het ook graag aan verschillende generaties laten zien. Het is mij namelijk opgevallen dat niet alleen ik maar ook meer mensen van de derde generatie zich nu heel erg interesseren in Nederlands-Indië. Op deze manier komt dit stukje geschiedenis hopelijk bij alle generaties terecht en spoort het de derde generatie aan om ook iets te doen met hun roots. Mijn opa van 91 is overigens ook in de film te zien. Zijn gezondheid is niet al best, je ziet hem in de film af en toe in de achtergrond zitten.
Je film is klaar, straks is het filmfestival voorbij. Wat zijn je plannen daarna?
Nou, eerst moet ik maar eens afstuderen. En over een tijdje wil ik graag naar Indonesië maar dan moet ik eerst wat minder bang zijn voor vliegtuigen. Het lijkt me zo mooi om mijn oma’s geboorteplaats op te zoeken en de taal te leren zodat ik met de mensen daar kan praten. Wat dat betreft heeft het maken van deze film weer nieuwe vragen bij mij teweeggebracht.
Wat heeft het maken van deze film met jou gedaan?
De verhalen van mijn oma hebben altijd een effect op mij. Ik zou het zo erg vinden als ze er niet meer is, als ik niet meer met haar kan bellen. Ik merk nu ook de vergankelijkheid van alles dus ik probeer van dingen te genieten. Het advies van mijn oma is dan ook “Als je iets doet wat niet leuk is, doe dan iets anders. Probeer het in elk geval. Moeten is van voor en tijdens de oorlog en die is voorbij. Je bent vrij”.
CinemAsia Filmfestival
Indië op een bord wordt vertoond op:
- 3 April 2014. om 18u50, de Balie in Amsterdam
- 5 april 2014 om 13u10, de Balie in Amsterdam