Perry is 37 jaar en noemt zichzelf een Eindhovenaar. Hij is in Indonesië geboren en verhuisde als kleine baby van Jakarta naar Nuenen. Voorgoed. Hij is namelijk geadopteerd.
Perry werd als nieuwe zoon met open armen ontvangen door zijn adoptiefouders. Een paar jaar later krijgt hij er een adoptiezusje bij, ook uit Indonesië. De band met zijn adoptiefouders en zusje beschrijft hij als hecht en warm. Ze zijn altijd open geweest in waar hij en zijn zusje vandaan kwamen. Met het hele gezin hebben ze Indonesië bezocht waardoor Perry op 14-jarige leeftijd voor het eerst kennis kon maken met het land waar hij geboren is.
Op zoek naar mijn roots
“Toen ik 17 werd, kreeg ik steeds meer vragen over mijn eigen roots en geschiedenis. Vragen zoals: waar komen mijn karaktereigenschappen vandaan? Wat heb ik meegekregen van mijn adoptiefouders en wat van mijn biologische ouders? Zou mijn biologische vader of moeder ook muzikaal zijn? Ik kan tot een bepaald punt in mijn geschiedenis duiken, maar dan houdt het op en kom ik niet verder.
Wat ik uit mijn documenten kan opmaken, is dat ik in 1978 in Jakarta geboren ben en dat mijn volledige naam Arifin Ismulti Tarmo is. Ook ben ik waarschijnlijk geboren uit een buitenechtelijke relatie en ben ik nog een paar dagen na mijn geboorte bij mijn biologische moeder gebleven. De namen van mijn biologische ouders staan in de documenten maar of ze geldig zijn of officieel werden vastgelegd, vraag ik me af. En bij deze informatie blijft het.
Ik heb meerdere pogingen gedaan mijn biologische moeder te vinden, maar helaas zonder resultaat. Zelfs met hulp van een instantie leverde een zoektocht niets op. In 2007 ben ik zelf gaan zoeken en begon in Jakarta, in de wijk Pulo Asem waar ik geboren ben. De wijk is de laatste decennia continu verbouwd waardoor straatnummers lastig te achterhalen waren. Probeer dan maar een aanknopingspunt te vinden. Via via ben ik vervolgens terechtgekomen in een tv-talkshow over verloren families. Op landelijk tv heb ik mijn verhaal kunnen doen maar ook daar kwamen geen reacties op.”
Identiteit
“Los van de zoektocht naar mijn biologische ouders bleef mijn identiteitsontwikkeling een grote rol spelen. De eerste keer dat ik naar Indonesië ging, voelde als een bevestiging. Een bevestiging van waar ik vandaan kwam. Ik keek om me heen en zag dat ik er net zo uitzie als iedereen. En daarnaast kwam ik overal en nergens gitaarspelende mensen en kunst tegen, twee hobby’s waar ik erg veel van hou. Vanaf 2000 reis ik regelmatig naar Indonesië. Het land geeft mij een fijn gevoel van warmte en thuiskomst. Ook in Nederland ben ik vanaf dat moment veel in aanraking gekomen met Indische en Indonesische mensen, waar ik fijne vriendschappen mee heb opgebouwd. Of dit doelbewust was, weet ik niet maar het is wel fijn om gemeenschappelijke kenmerken te hebben met anderen.”
Ik ben mijn adoptiefouders altijd dankbaar geweest voor hun steun en wat zij voor mij betekenen
Waarom ben ik afgestaan?
“Alhoewel ik nog steeds hoop koester mijn biologische ouders te ontmoeten, ben ik ruim vijf jaar geleden begonnen met de acceptatie dat ik ze waarschijnlijk niet meer ga vinden. Vragen zoals: Waarom ben ik afgestaan? Ben ik uit schaamte of armoede weggegeven? Hoe zag mijn biologische vader eruit?’ blijven open. Deze onbeantwoorde vragen heb ik leren accepteren, omdat je anders geneigd bent zelf de antwoorden in te vullen die je pijn kunnen doen.
Ik ben mijn adoptiefouders altijd dankbaar geweest voor hun steun en wat zij voor mij betekenen. Stel dat ik niet was geadopteerd en armoede een rol speelde, hoe erg zou deze armoede dan geweest zijn? Misschien had ik toen niet eens mijn bril kunnen betalen.
Wat mijn geschiedenis bijdraagt aan mijn culturele identiteit? Als geadopteerde is het moeilijk om jezelf te bestempelen. Van binnen ben ik soms wat spiritueel en muzikaal; wat vast vanuit mijn Indonesische roots te verklaren is. Wat ik belangrijk vind, is dat ik me Nederlands blijf voelen en dat ik verder het Indonesische uiterlijk draag.
Antwoorden op de onbeantwoorde vragen zoek en vind ik tijdens mijn trips naar Indonesië, wat mijn manier is van accepteren van de situatie dat ik mijn biologische ouders niet kan vinden. Tijdens mijn vakanties zoek ik ook niet verder maar geniet ik van de mensen, de te zacht gewassen handdoeken, de te zoete popliedjes op de radio en de geluiden van krekels en kikkers. Ik kan me compleet mengen in de chaos van files en brommers. Ook het gitaar spelen met mijn vrienden daar is te gek. Ze spelen alles mee op gehoor. Dat zou ik willen kunnen met mensen in Nederland! Dat ik me prettig voel in Indonesië is in ieder geval voor mij een antwoord dat ik daar daadwerkelijk vandaan kom.
Voor veel geadopteerden is het zoeken naar je identiteit vaak een innerlijke strijd. Wat ik graag wil meegeven aan andere geadopteerden: Elk persoon is een eigen individu en heeft eigen behoeftes in het zoeken naar identiteit. Waar je ook voor kiest, het is altijd goed zolang je de tijd ervoor neemt om deze keuzes bewust te maken. Onbeantwoorde vragen verdwijnen niet, maar gun daarin ook jezelf de tijd om deze een plekje te geven in je leven.”
Eén reactie
Dag Perry,
Dit vind ik natuurlijk een heel mooi verhaal. Een mooie vertaling voor velen, denk ik zo. Herkenbaar en leerzaam. Positieve zijn in het gevoel van het gemis van antwoorden, welke mogelijk nooit gevonden zullen worden. En ik denk zelfs, dat wie je biologische ouders ook zijn, ze leven altijd in je zelf, want je draagt nu eenmaal hun genen in je, je leven lang. Je bent dus altijd deel van je vader en je moeder, waar zij zich ook bevinden, of waar jij je maar bevind.