Terwijl hij op een zondag in zijn huiskamer zat, begon de man op de TV in één keer tegen hem te praten en vroeg hem samen te bidden. Deze ervaring had zo’n invloed op het leven van Tom Polnaija, dat hij de drugs en het leven dat erbij hoorde vaarwel zei en zich ging richten op zijn gezin en zijn geloof. Nu trekt hij als een spiritual warrior voor God door het (buiten)land om te zorgen dat ook anderen geholpen kunnen worden.

“In de periode dat ik drugs gebruikte, werkte ik niet en keek ik niet om naar mijn familie en gezin. Ik vond dat de Nederlandse regering maar voor ons moest zorgen en ik voelde een hele hoop woede en frustratie in mijzelf. Die kon ik niet kwijt en probeerde ik op te lossen met drank en drugs. Nadat ik in de gevangenis had gezeten (Tom was één van de gijzelnemers van de basisschool in Boven-Smilde in 1977 – red.), bleef die woede en frustratie aanhouden en verloor ik mezelf helemaal. Dit was voor mijn vrouw en ook mijn – toen nog jonge – kinderen erg moeilijk. Toen ik die man op TV tegen mij hoorde praten, ging er een knop om. Ik besefte dat ik met al mijn problemen bij God terecht kon en mijn woede en frustratie kon laten varen. Mijn persoonlijke relatie met God was voor mij letterlijk een openbaring.

Mijn woede en frustratie zijn ontstaan toen ik nog heel klein was. Ik ben opgegroeid in een kamp waar ik dingen heb gezien die diepe indruk op mij hebben gemaakt. In de 1e klas van de lagere school had ik twee vriendjes die op een maandag niet naar school kwamen. Niemand wist waar ze waren en na schooltijd ging ik naar hun huis. Hun hele huis was kapot en zij zelf waren weggejaagd uit het kamp. Toen ik wat ouder was, zag ik op een koude herfstdag dat o.a. tantes op slippers met baby’s op de arm op het plein van het kamp bij elkaar gedreven werden en de mensen erom heen stonden met stenen in de hand. Klaar om ze te bekogelen alleen maar omdat ze van een andere politieke partij waren. Ook met de verhuizing van het kamp naar de woonwijk had ik grote moeite en werd ik een radicale tiener die alles deed wat God verboden had. Alles wat ik tot dan toe had meegemaakt, droeg ik met me mee.

Ik was geloof ik een jaar of 14 toen ik op een plein in het centrum een groep predikanten zag die het woord van God verkondigde. Ik voelde me enorm tot hen aangetrokken en ik begon met hen op te trekken. Ik was de enige van mijn vriendengroep die hier stiekem naartoe ging en ik voelde me alleen. Vandaar dat ik op een gegeven moment niet meer ging. Ik werd steeds radicaler en heb uiteindelijk aan de acties op de basisschool in Boven-Smilde meegedaan.

Insert Tom en Hanny PolnayaWanneer ik nog in mijn oude patroon zou leven, was het boek van Marlies Mielekamp over de geschiedenis van mijn familie (‘Kazernekind’ – red.) waarschijnlijk niet uitgekomen, hahahaha. Ik terroriseerde niet alleen alles en iedereen buiten maar ook binnen onze familie. Iedereen keek altijd met angst naar mij. Toch is mijn positieve verandering soms nog wel enger voor mijn familie want ze hebben mij helemaal opnieuw moeten leren kennen. Mijn vrouw kan dat beamen want ik heb haar en mijn kinderen veel pijn gedaan. Als vader heb ik hen heel vaak om vergeving gevraagd vanwege mijn doen en laten. Ik geef ze nu alle vrijheid en ik geef ze ook mee: ‘wat je ook doet, doe het niet voor mij. En doe het vooral niet uit haat en woede zoals ik heb gedaan. Als je ergens voor gaat, denk dan maar aan opa en oma, zodat zij trots op jullie kunnen zijn.’

Ik dacht dat ik mijn zekerheid kon vinden in drank en drugs; het werd een soort afgod, een soort vervloeking. Maar gelukkig heb ik daarvan geleerd. Nu ik zelf met anderen werk om van hun verslaving af te komen, ga ik altijd naar de wortels van de verslaving. De wortels van het kwaad die van generatie op generatie worden doorgegeven. Opa die verslaafd was aan drank, vader ook, enzovoort. Dan moet je op een gegeven moment zeggen: ‘en hier stopt het’, zodat de volgende generaties er niet mee te maken krijgen. Bij mij stopte het met het gesprek dat ik had met de man op de TV. Ik ben altijd kerkelijk geweest en via mijn vrouw ben ik bij een kerkgemeenschap terechtgekomen. Daar voelde ik me gelijk thuis en kreeg ik weer hetzelfde gevoel dat ik ook had op mijn 14e. Achteraf bleek dat juist deze gemeenschap ook dezelfde groep was die ik op het plein had gezien en bij wie ik me toen ook had aangesloten. Blijkbaar was ik er eerst nog niet klaar voor maar nu wel.”

Als een ‘spiritual warrior’ verkondigt Tom tegenwoordig het evangelie in de verschillende Molukse wijken in Nederland. Hij is ervan overtuigd dat het Molukse volk een spiritueel volk is dat als doel heeft anderen te helpen. Zo heeft hij met zijn gospelevangelisatiegroep ‘Anugerah’ contact met zo’n 9000 Oost-Timorezen die in Noord-Ierland wonen. Met regelmaat brengt hij daar geld en goederen naartoe om hen te helpen in hun dagelijkse levensbehoeften. 

Tekst Lolita Kapel Foto’s privébezit